"Het werken bij een merkgarage is anders dan bij een universele garage. Je kunt onderling beter sparren, omdat iedereen bekend is met het merk."
De nagelriemen van technicus Matty Kater zijn na een dag werken lang niet meer zo zwart als pakweg tien jaar geleden. Het ouderwets sleutelen aan motoren wordt steeds meer vervangen door het stellen van diagnoses met innovatieve apparatuur. Matty vindt het allemaal reuze interessant en gaat elke werkdag helemaal op in zijn werk.
Matty, uit 1979, werkt sinds zijn zestiende aan auto’s. “Zes jaar bij een dealer, acht jaar bij een universele garage en sinds 2008 bij De Maassche BMW & MINI in mijn woonplaats Venlo. Een vriend van me introduceerde me destijds hier en dat pakte goed uit. Dat ik hier al zo lang werk, zegt volgens mij wel genoeg. Het is hier gewoon heel goed geregeld. We hebben een goed team en de sfeer is prima. Waarmee ik echt niet wil zeggen dat er nooit downs zijn, hoor. Maar dat lossen we samen altijd goed op.”
Anders dan bij een universele garage
Het werken bij een merkgarage is anders dan bij een universele garage, beweert Matty. “Bij een dealer, zoals hier, heb je alle onderdelen bij de hand. Er is meer en betere documentatie beschikbaar. En je kunt onderling beter sparren, omdat iedereen bekend is met het merk. Bij de universele garage heb ik vooral goed leren sleutelen. Bij BMW en MINI komt er net wat meer bij kijken. Meer techniek, meer elektronica, meer kwaliteit en meer contact met een toegewijde groep klanten.”
Minder zwarte vingers
Het werk is in zijn lange monteursloopbaan sterk veranderd, vertelt de sportieve Venlonaar. “Vroeger had ik aan het einde van de dag gitzwarte vingers. Nu zijn mijn handen en nagelriemen na een dag werken echt niet brandschoon, maar veel minder zwart dan vroeger. Dat komt omdat je schoner leert werken. Maar ook omdat de auto’s veranderen. Vooral de elektrische voertuigen. Daar komt geen roet en bijna geen olie meer aan te pas. Een moderne autotechnicus is steeds minder sleutelaar, en steeds meer elektrotechnicus. Het is anders. Je moet goed opletten, want elektriciteit zie je niet. Je voelt het alleen en dan is het te laat. Om te voorkomen dat we aan de stroom blijven hangen, volgen mijn collega’s en ik strenge procedures en houden we elkaar scherp.”
Boeiend en leuk
Om goed aan zulke moderne auto’s te kunnen werken, is het belangrijk om bij te blijven. Dat doet Matty graag. “Ik vind het nog steeds fantastisch om een motor uit elkaar te schroeven, maar elektriciteit vind ik ook erg interessant. Ik blijf graag ontdekken en volg cursussen om de materie te beheersen. Dat alles maakt dat ik mijn werk heel boeiend en leuk vind. Ik geniet van de techniek, maar ook van het klantencontact en het coachen van mijn jongere collega’s.”
Wie weet kan Matty in de toekomst zijn oudste zoon ook nog coachen. “Hij volgt de opleiding tot autotechnicus en wil mij achterna. Dat kan ik natuurlijk alleen maar toejuichen. Het is een hartstikke mooi vak!”